vrijdag 2 juli 2010

Wakker worden!?

Is er iets zaligers dan slapen? Zeg vijf minuten niets tegen mij en ik ben zo vertrokken. Zelden heb ik moeite met in slaap vallen. Hoe heerlijk is een tukje op de bank na het eten. Iedere autorit hangt mijn mond half open, heel charmant. Dat en een pijnlijke nek neem ik graag op de koop toe. Want slapen, daar knapt een mens van op.

Wie heeft dan ook verzonnen dat een mens moet opstaan als het nog niet eens licht is?! Kwart voor zeven gaat de wekker. Ook voor dochterlief. Op tijd op school komen is voor ons een hele opgave. “Ik wil nog blijven liggen” klinkt het steevast van onder haar dekbed. Hoe herkenbaar. Het liefst kroop ik er ook weer in, maar als verstandige ouder is dat ‘not done’. De plicht roept. Helaas is uitslapen in het weekend er ook nooit bij. Ze mag dan door de weeks moeilijk uit bed komen, op zaterdag hoor ik haar blote voetjes veel te vroeg over de gang lopen. Mevrouwtje is klaar voor al het leuks wat de dag haar brengen gaat. Ik duidelijk nog niet!

Als dochterlief ons ’s nachts nodig heeft, is mijn man altijd de klos. Ik merk niets van plasjes, slokjes water of nachtmerries. Alleen de eerste maanden na haar geboorte sliep ik in opperste staat van paraatheid. Bij ieder kuchje uit de babykamer zat ik rechtop in bed. Dat duurde niet lang. Tot verdriet van mijn man. Na twee maanden sliep ons meisje de nachten zonder voedingen door. Mijn moederinstinct vond het blijkbaar mooi geweest, vanaf die nacht gleed ik weer in comateuze toestand.

De enige uitzondering op deze bewusteloosheid zijn de nachten waarop mijn man niet thuis slaapt. Zoals afgelopen nacht. Om drie uur ’s nachts stond ik, zwaaiend op mijn benen, monsters onder het bed van mevrouwtje weg te jagen. Met een slaapdronken hoofd knalde ik in het donker tegen de deurpost. Op de terugweg ging het beter. Dacht ik. Vloekend en met een blauw scheenbeen liet ik me op mijn kussen vallen. Wie had mijn bed een halve meter verschoven? Gelukkig kon ik nog drie uur slapen voor de wekker ging. Een uur later ben ik nog klaarwakker. Wat krijgen we nu, waar blijft mijn slaap? Wachtend op mooie dromen gaan mijn gedachten terug naar vroeger. Ik zie mezelf staan aan het bed van mijn moeder, zo’n 25 jaar geleden. Ook zij kon moeilijk terugkomen van de planeet dromenland. Ik vond het ideaal! ’S ochtends vroeg was hét moment om je – veel te slechte- rapport te laten ondertekenen. Een gymbriefje, ziekmelding of toestemming voor een feestje, alles kreeg zonder problemen haar krabbel. Bang dat ze zonder cafeïne-shot van de trap af valt, brengt mijn vader haar nog altijd iedere dag beschuitjes en koffie op bed. Voor mijn moeder is het altijd Moederdag. Waar vind je nog zo’n geweldig setje ouders? Met deze herinnering val ik uiteindelijk toch in slaap.

“Wakker worden”! Met een plof springt dochterlief bovenop mijn hoofd. “Je slaapt zo lang”. Het is half zeven. Op zaterdag. Hopend op nog een paar tellen rust mag ze met haar knuffelkonijn op haar pappa’s plek liggen. Geen seconde ligt ze stil, knieën prikken in mijn zij, haar blonde haren kriebelen in mijn neus. Na tien minuten geef ik het op. Moeizaam hijs ik mezelf het bed uit. Boven aan de trap sta ik even stil. “Ga jij maar eerst” zeg ik terwijl ik de leuning voor de zekerheid vastpak.
Het eerste wat we gaan doen vandaag? Mijn dochterlief leren hoe ze koffie moet zetten…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten