Samen zitten we op de bank, bordje op schot, kinderfilm op
de tv. Pappa is niet thuis vanavond en daarom eten we voor één keer niet netjes
aan tafel, maar in de woonkamer. Patatjes. Dat doen we niet zo vaak, en daarom
vindt ze het groot feest.
In de snackbar bestelt ze helemaal zelf twee bakjes patat
en frikadellen, leest een oude Donald Duck en houdt ondertussen scherp in de
gaten wanneer ons nummer omgeroepen wordt. In de auto snuift ze de geur van het
frituur op en likt haar lippen af bij het vooruitzicht van zo´n culinair
hoogstandje.
Zelf vind ik een patatje van de snackbar op zijn tijd ook heerlijk
en ik geniet net zo hard als mijn kleine meisje. Want laten we eerlijk zijn, er
gaat niets boven die knapperig gebakken frietjes, gedoopt in een klodder romige
mayo, burgemeester maken. Om tot slot het zout van je vingers te likken. Helaas
nestelt het goedje zich per direct in de, toch al omvangrijke, zwemband rondom
mijn middel, maar hemel wat smaakt dat heerlijk. Mijn bakje is al bijna leeg als ze naar me opkijkt. ´Wat fijn he, mamma?,’ zegt ze terwijl ze met haar plastic vorkje in de lucht zwaait. Haar bakje is nog vol. Twee patatjes en drie hapjes frikadel, meer heeft ze nog niet op. ‘Vergeet je niet te eten?’ vraag ik.
‘Nee hoor,’ roept ze, springt van de bank en komt even later terug met tomaatjes, een stuk paprika en een mandarijn, die ze allemaal met smaak wegwerkt. Na de film kieper ik haar koude friet in de prullenbak en komt ze naast me staan. Ik heb alweer spijt van mijn overtollige vetinname en onderdruk een frituurboer. ´Ik vind dit de leukste avond die ik ooit heb meegemaakt,’ zegt ze en geeft me een dikke knuffel. ‘Zullen we morgen weer patatjes halen? Niet zo gezond, maar wel heel erg lekker.’