dinsdag 13 maart 2012

Yo gast!


Na een lange schooldag ploft mijn dochter op de bank: 'Yo gast, gaan we lekker effe chillen?' Ik verslik me bijna in een restje ontbijtkoek, wat ik stiekem tijdens het koken naar binnen werk. Ik laat het haar herhalen, maar ze zegt het echt; Effe chillen... Hoe komt ze daar nu weer aan. Ze is zes. Zes! Dat wordt nog wat als we tien jaar verder zijn. Hoewel, dan praat ze waarschijnlijk alleen nog maar met me door haar schouders op te halen. Dan zijn moeders al helemaal niet ‘cool’ meer. Of heet dat tegenwoordig ‘lauw of wreed?’
Ik schud mijn hoofd. Yo, gast, wat wordt ik oud. Vind zij ook. Want ik ben toevallig al vijfendertig. En dat is echt stokoud als je zes bent. ‘O, mijn kot, jij bent betrapt!’ Ze komt bij me staan en ziet me snoepen. Wat zegt ze nu weer? 'O, mijn kot.' Wat is dat dan? Ik kijk haar aan, haal mijn schouders op en zucht diep. 
‘O, my God...’ Ik moet echt op een cursus straattaal voor zesjarige. 

maandag 5 maart 2012

Met vallen en opstaan

Er zijn van die mijlpalen die je als ouders graag voor je uitschuift. Van die onderdelen die niet horen bij het lespakket van school, maar thuis opgepakt dienen te worden. Leren klok kijken, veters strikken, de nacht droog doorkomen. En natuurlijk leren fietsen. Mijlpalen waar je als ouders engelengeduld voor moet opbrengen. Nu zegt geen enkel kind, ‘kom, ik ga eens lekker iets moeilijks leren waarbij ik duizend keer op mijn plaat ga vallen,’en die van mij al helemaal niet. Maar ja, we wonen in een land met meer fietsen dan inwoners, dus is het verplichte kost. Van haar hoefde het niet. Dat zij als enige van haar klas nog zijwieltjes had, boeide haar niet. Mij wel, ze kan toch moeilijk tot haar achttiende bij moeders achterop? Urenlang hebben we afgelopen zomer achter haar aangehobbeld. Opstappen, vaart maken en omvallen. Keer op keer. Opstappen en omvallen. Gewoon ouderwets, met een sjaal om haar middel, waaraan ik haar omhoog viste als ze weer de bosjes indook. Het werd geen succes en al snel mocht de fiets zijn wonden likken in de schuur. En wij binnen. ‘Misschien moeten we weer’ zeiden we in de herfst. We keken naar buiten en besloten dat leren fietsen typisch zo’n project is voor in de zomer. Tot vorige week, de laatste week van februari. Op weg naar school werden ingehaald door een eigenwijze kontkrummel van drie jaar. Geen loopfietsje, geen driewieler. Nee, op een gewone fiets zonder zijwieltjes. Dat vond zelfs dochterlief te erg. Eenmaal thuis kreeg ik haar zover dat ze de fiets uit de schuur sjorde. De sjaal ging weer om haar middel, ik maakte me klaar voor haar -en mijn- frustratie en haalde diep adem. Toen stapte ze op, maakte vaart en fietste weg. Verbaasd bleef ik staan, pakte vlug de sjaal en holde achter haar aan. Kaarsrecht fietste ze tot aan het eind van de straat. En terug. Ze kreeg groot applaus en straalde. Er zijn van die mijlpalen die je als ouders graag voor je uitschuift. Misschien wel omdat je aanvoelt dat het nog geen examentijd is…