woensdag 16 juni 2010

Herrie in de supermarkt

Vrijdagmiddag, dat zijn de fijnste en de zwaarste uren van de week. Het weekend in zicht, maar na een hele week vroeg opstaan is de fut eruit. Zowel bij mijn dochter als bij mij. Eenmaal thuis van school overvalt de vermoeidheid ons. Helaas, neerploffen op de bank is er niet bij. Het is tijd voor de weekendboodschappen. Met frisse tegenzin gaan we op pad. Onderweg wordt ieder steentje onderzocht, iedere grasspriet geplukt. Voordat we kinderen hadden konden we ons niet voorstellen twintig minuten te doen over 500 meter. Nu is dat al vier jaar niet anders en het went. Al keuvelend beloof ik haar samen een ijsje te eten, mits ze goed meehelpt. Het gaat heel lang goed. Dochterlief loopt vrolijk mee, bietst haar gebruikelijke worstje bij de slagersafdeling en babbelt tegen al het winkelpersoneel.

Als we bijna bij de kassa zijn, gaat het mis. Mevrouwtje pakt de volle boodschappenkar. Ze wil zelf duwen. Niet zo’n goed idee, lijkt me. Met een ferme zwaai rijdt ze bijna een bejaarde van zijn sokken, moeiteloos gevolgd door het – op een haar na- missen van een gestapelde toren colablikjes. Topvermaak. Vindt zij. Mijn irritatiemeter slaat gelijk uit tot ver boven de 100%. Als een boeddhistische monnik herhaal ik mijn mantra “Kalmte kan me redden, kalmte kan me redden”. Dan hurk ik tot ooghoogte van mijn dochter. “Nu stoppen met de kar duwen. Het is te gevaarlijk, de kar is te groot voor jou”. Die menig deelt zij duidelijk niet. En dat zal de hele winkel horen ook. Krijsend ramt ze het wagentje tegen het schap met bierflesjes. Ik knijp mijn ogen stijf dicht, maar het vallen van glas blijft uit. Om ons heen houdt iedereen dit gratis vermaak scherp in de gaten, een voetbalwedstrijd Ajax-Feyenoord is niet half zo spannend.

“Nu ophouden. Als je zo doorgaat, gaan we geen ijs eten.” Ik geef haar op ferme toon een laatste waarschuwing. Even lijkt het effect te hebben. Dan kijkt ze me woedend aan en schreeuwt door de winkel “Jij bent de stomste mamma van de hele wereld”. Ik weet niet wat ik erger vind, haar woorden die me treffen als een kogel in mijn hart of de starende blikken van de omstanders. Ik zoek naar begrip in hun ogen, maar vindt slechts afkeuring. Ik sta midden in de Arena, en heb zojuist een rode kaart gekregen. Oké, nu consequent blijven, zeg ik tegen mezelf. “Goed, dat betekent dus geen ijsje meer eten”. Het drama is compleet. Het volgende kwartier negeer ik de ‘wat een slechte moeder’ blikken van geïrriteerde klanten, die inmiddels gek worden van haar gebrul. De o, zo bekende supermarktscene. Dit keer speel ik de hoofdrol. Mijn dochter schittert als een voortreffelijke dramaqueen. Ha, dat toneelspelen heeft ze dan mooi van mij. Ook ik speel mijn rol. Als een supercoole megadiva hef ik dapper mijn hoofd en speel Oost-Indisch doof. Ik besluit dat we rest van mijn boodschappenlijst niet echt nodig hebben, -dan maar een dag zonder wc-papier- en maak dat we de winkel uit kunnen.

Als we naar huis lopen is het drama sneller vergeten dan ik had verwacht. Mevrouwtje huppelt voor me uit en kijkt zo nu en dan lachend om. Ik sjouw met de tassen. Eenmaal thuis ben ik best tevreden over mijn vasthoudendheid. Een puik staaltje opvoedkunde van zojuist. Maar toch… Jammer. Ik had net zo’n zin gehad in een ijsje.

1 opmerking:

  1. Brenda Badmutz3 juli 2010 om 12:26

    och Daan, wat kun jij heerlijk schrijven! ben bij nr 3 en heb een glimlach op m'n gezicht van de herkenning. Heerlijk!
    Ik stuur je link naar alle mama's die ik ken door.

    Veel plezier met schrijven en met dochterlief!

    BeantwoordenVerwijderen