maandag 20 januari 2014

Moeke

Mijn dochter heeft een nieuw koosnaampje voor me bedacht. Moeke, noemt ze me. Voor de grap heb ik de definitie opgezocht.  En daar kreeg ik natuurlijk spijt van.
Moeke: 1) Breed uitgegroeide, moederlijke vrouw, 2) verkleinwoord van moe. 3) Huissloof. Tja, dat heeft ze dus perfect uitgekozen.
Geen idee hoe ze  er aankomt, maar kom er maar weer eens vanaf.  Want het is best gênant hoor, als de kassamevrouw haar wenkbrauwen optrekt, omdat niet een oud omaatje, maar ik, jonge en frisse verschijning, reageer op Moeke.
Er zit dus niets anders op dan die beeldvorming te veranderen. Zo moeilijk kan dat niet toch zijn?
Ik heb daarom besloten om; 1) alleen nog maar in de lengte te groeien, dus wordt het hoog tijd voor een nieuw paar laarzen met hoge hak. 2) Ieder weekend uit te slapen tot minstens negen uur om zo mijn wallen te laten verdampen.  En 3) zoveel doe ik ook weer niet in het huishouden, dus om mij nu een huissloof te noemen? Maar goed, het kan geregeld hoor! Dan mag die dochter van mij voortaan twee keer per week haar kamer opruimen, zodat ik daar kan stofzuigen. Kan hè! Of ik het dan ook doe is een tweede.
Ik besluit om alvast op zoek te gaan naar een andere bijnaam voor mij, -Handsome mom lijkt me wel wat-, en stuit dan op de oorsprong van het woord Moeke. Vrouw die een kind heeft.
En dat doet me even stilvallen. Het klinkt zo simpel, maar is toch zo veelomvattend. En van zoveel waarde.
Vrouw die een kind heeft, dat ben ik, een moeder. En ook al wil ik haar wel eens achter het spreekwoordelijke behang plakken, er is er maar één die mij zo kan noemen en dat is zij. Mamma, Moeder, Moeke. Dus vooruit maar. Dan ben ik maar een te dikke, slaperige stofdoek. Ik zal er naar luisteren. Mijn dochter mag mij zo noemen. Maar denk erom, alleen zij!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten